Toegankelijkheid

 

Scheurpremie grasland

Bron: Wieringer Courant van 3 april 1941

Voor het scheuren van grasland wordt een premie van ten hoogste f 100 per ha. gegeven. Hieraan zijn echter enkele voorwaarden verbonden.
Het te scheuren perceel moet zoodanig zijn, dat het als bouwland gebruikt, kans geeft op een redelijken oogst. Graslanden die of door den aard van den grond, of door de ongunstige ligging, b.v. door te hoogen waterstand, als bouwland weinig kans op een behoorlijken oogst geven, komen dus niet voor scheurpremie in aanmerking.

Het grasbestand van het te scheuren perceel moet zoo zijn, dat hiervan in 1941 een behoorlijke opbrengst aan gras verwacht had kunnen worden. Hieruit volgt dus dat klaverland, Westerwoldsch raaigras of versleten kunstweide, die toch gescheurd hadden moeten worden, niet voor scheurpremie in aanmerking komen.

Aangifte van reeds gescheurd of nog te scheuren weiland moest geschieden voor 15 Maart, rechtstreeks bij de Landbouw-Crisis-Organisatie, die beoordeelt, mede op advies van den productie-commissaris, of het perceel voor voorloopige goedkeuring in aanmerking komt.

Reeds in 1940 gescheurde perceelen, waarop nog geen hoofdgewas is geteeld en geoogst, komen eveneens voor een scheurpremie in aanmerking, indien deze waren aangegeven en goedgekeurd.

Wordt in 1941 vóór 15 Juli nieuw grasland of kunstweide aangelegd. dan wordt deze oppervlakte afgetrokken van het gescheurde oppervlak, behalve wanneer de inzaai is geschied onder een hoofdgewas. De bedoeling van de scheurpremie is, de oppervlakte bouwland te vergrooten. Wordt nieuw grasland aangelegd, dan wordt hierdoor de oppervlakte bouwland niet uitgebreid en heeft men dus ook geen recht op scheurpremie.

Is een stuk grasland door de landbouw-Crisis-Organisatie voor scheuren goedgekeurd, dan heeft hiermede de landbouwer nog geen recht op de scheurpremie. Het is er om te doen dat deze gronden een zoo hoog mogelijke opbrengst geven. Daarom is bepaald. dat, wil de teler voor deze scheurpremie in aanmerking komen, hij ook moet zorgen voor een goede bewerking en verpleging van het gewas. Worden de perceelen verwaarloosd of op onoordeelkundige wijze bewerkt, dan werkt de boer niet in het belang der voedselvoorziening en komt hij derhalve ook niet voor de premie in aanmerking.
Mislukt het gewas, of laat de stand te wenschen over door oorzaken, die liggen buiten de schuld van den teler, dan komt hij toch voor een scheurpremie in aanmerking.

In den loop van den zomer wordt voor elk perceel afzonderlijk de scheurpremie bepaald. Verder is de teler vrij in de keuze van de gewassen en mag hij dus alle niet verboden gewassen op het gescheurde grasland verbouwen, als hij zich maar houdt aan de beperkingen, die ten aanzien van haver, uien en groenvoeder gewassen zijn gegeven, behalve in gevallen dat de Landbouw -Crisis-Organisatie hem hiervan ontheffing heeft verleend.

 

5 april 1944 Afrekening scheur of teeltpremie

19440405 Afrekening scheur of teeltpremie NN