Toegankelijkheid

Beschrijving van de bevrijding van Schoonloo, Grolloo en Rolde. Herinneringen aan de N.B.S. (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten)

Dit alles uit de Rolder Post, een tijdschrift dat destijds (vanaf 1946) in Rolde werd uitgegeven.

In gescande vorm kreeg ik een kopie van het origineel van Henk Enting, waarvoor dank! Het uitwerken van de tekst viel nog niet mee, omdat niet alles goed leesbaar was. Ik heb de tekst letterlijk overgenomen. Dit betekent dat aanhalingstekens zo zijn geplaatst, zoals in het origineel, spaties op de plaats waar spaties stonden en omgekeerd. Daar waar de tekst cursief is weergegeven heb ik de vermoedelijke tekst geplaatst. Hier waren dus delen verdwenen of nauwelijks zichtbaar.

De tekst begint met: "Voor velen kan dit een aanleiding vormen deze "Rolder Post" als historisch document te bewaren." Gelukkig dat er bijna 70 jaar na dato nog gelezen kan worden hoe men twee jaar na de Tweede Wereldoorlog terugkeek naar de bevrijding.

Ik heb het met veel plezier gelezen en uitgewerkt. Ik hoop dat velen dit stuk met genoegen zullen lezen.

Bertus Reinders

 

SPECIALE BEVRIJDINGS HERDENKINGSNUMMER van de

Eerste
jaargang
Nr. 26

ROLDER POST

Zaterdag
12 April
1947

Redactie-adres: Hoofdstraat 8 – Tel. 226 – Rolde

12 APRIL

          Het nummer van vandaag is gedateerd 12 April. Deze datum is als bevrijdingsdatum in onze gemeente gegrift in het geheugen van iederen Roldenaar. De Redactie van onze Post heeft dan ook gemeend niet ongemerkt aan dezen dag te mogen voorbijgaan en legt U hierbij een nummer voor, gewijd aan de herinnering van de bevrijding onzer gemeente. Voor velen kan dit een aanleiding vormen deze "Rolder Post" als historisch document te bewaren.
          Bij het lezen zal bij de meensten onzer de herinnering boven komen aan den tijd, toen wij nog gebukt gingen onder het Duitsche juk, toen wij wisten wat zwijgen was, toen wij haatten, toen wij leden. Doch ook aan dienzelfden tijd van eensgezindheid in het verzet, van verbeten volhouden en van trotsche wilskracht. Het vertrouwen in den geoden afloop van den strijd heeft ons die laatste eigenschappen geschonken en de verwachtingen worden niet beschaamd, al werd het geduld veel en langdurig op de proef gesteld. De spanning steeg ten top in het voorjaar van 1945 totdat ook voor Rolde op 12 April de bevrijding kwam.
          Mogen wij dankbaar dezen dag gedenken en ons bezinnen op hetgeen er sindsdien overgebleven is van den geest van eensgezindheid in ons volk. Volgens de wet van actie en reactie kon deze niet op het hoge peil van den oorlog standhouden, doch dat veler verwachtingen de bodem ingeslagen zijn, kan niet ontkend worden. Wij leven in een na-oologschen revolutionairen tijd en ondervinden dagelijks de smarten daarvan. Laten we hopen dat alle Nederlanders elkander weer eens vinden mogen in eendracht, waaruit alleen de kracht kan voortvloeien om gezamenlijk ons deerlijk verminkte land en geestelijk ontwricht volk op te bouwen naar een betere toekomst.


HERINNERING AAN DE N.B.S. te ROLDE

Al enigen tijd werd door de N.B.S. te Rolde een oplettend oog gehouden op de werkzaamheden en de gebeurtenissen die komen zouden, aangezien de Duitschers steeds des nachts door het dorp terugtrokken met wagens volgeladen met uitrustingsstukken en men zag ook al zoo nu en dan Duitschers welke in het geheel niet meer gewapend waren; overal werd toen gefluisterd: "De Canadeezen hebben Meppel reeds bevrijd", maar zekerheid kon men niet krijgen, alles was maar gissen, tot op Zaterdagnacht, 7 op 8 April in Drenthe Geallieerde parachutisten waren neergekomen. Eén der neergelaten parachutisten klopte op Zondagmorgen 6 uur bij één der leden der N.B.S. van de afdeling Rolde aan, wist uiteraard niet dat hij bij een goed adres aanklopte, doch toen hij wist met wien hij te doen had, maakte de parachutist zich bekend als zijnde Kapitein Ruys van Duchteren, speciale afgezant van Prins Bernhard, met de opdracht om contact te zoeken met de N.B.S. en K.P., afdeling Drenthe, waaraan was toegevoegd een Sergeant-seiner, die met hem was afgesprongen maar van wien hij niet wist, waar deze zich bevond. In overleg met het lid van de N.B.S. is men toen op onderzoek uitgegaan en heeft men de seiner gevonden en verborgen op een heidpol midden in een veenplas. Men deelde hem mede, dat hij des avonds door leden van de N.B.S. zou worden opgehaald. Dit verstoppen van de seiner was nodig omdat de Duitschers de terreinen hadden afgezet waar de parachutisten des nachts waren neergekomen. Toen de N.B.S. weer bij den kapitein ws teruggekeerd, werd door deze meegedeeld, dat zich in het heideveld seintoestellen moesten bevinden, welken diezelfden nacht waren afgeworpen en een der toestellen werd later op den dag teruggevonden en bleek bij onderzoek nog geheel compleet te zijn. Des avonds toen het donker was werd door den kapitein en den seiner een aanvang gemaakt met het seinen en al heel spoedig had men contact met Londen. Inmiddels werd de geheele onderafdeeling der N.B.S. Rolde met het gebeurde in kennis gesteld waarna ook de Commandant der N.B.S., afd. Rolde, zich met den kapitein in verbinding stelde. Des middags was ook reeds de afdeeling Assen met het gebeurde op de hoogte gebracht en kwam een der leden reeds kennis maken met den kapitein. Gezamenlijk werden toen de verschillende aangelegenheden besproken en overlegd dat er wapens moesten komen. Hierop werd door den kapitein in samenwerking met den sergeant aan het Stafkwartier verzocht nog diezelfden nacht wapens af te werpen, maar hier kwam het bericht terug, dat zulks niet mogelijk was, vanwege de dichte mist welke zich boven Londen bevond. Gewacht moest worden op betere weersgesteldheid. Dinsdagmorgen, 10 April werd toen weer teruggeseind vanuit Londen dat de wapens en munitie des avonds om elf uur zouden worden afgeworpen. Hierop werd overlegd door de N.B.S. Assen en die van Rolde dat Assen 18 man en Rolde 12 man beschikbaar zou stellen en de wapens welke gedropped zouden worden, te bergen. Iedereen moest zich langs verschillende wegen begeven naar het overeengekomen punt van samenkomt; om half elf moeten alle leden welke mee moesten helpen aanwezig zijn, doch van Assen kwamen slechts twee man en van Rolde waren 13 man aanwezig. Om even voor elf ging men gezamenlijk naar de door den kapitein aan het Stafkwartiertien opgegeven plek. Precies om elf uur kwam het vliegtuig en werden door den kapitein en één der leden der N.B.S. seinen gegeven, waarna het vliegtuig één keer rondcirkelde en weer terugseinde en 22 containers met wapenen en munitie naar beneden liet vallen. Aan iedere container was een parachute verbonden, welke onmiddellijk na het afwerpen ontplooide. Toen alle aan den grond waren werden de parachutes van de containers gehaald en de laatsten stuk voor stuk uitgepakt daar deze te zwaar waren om over slooten en greppels te vervoeren naar een plaggenhoop waar alles in werd verstopt. Iedere container woog ongeveer 175 kilogram. Het bijelkaar brengen van het afgeworpene duurde tot Woensdagmorgen vijf uur, waarna ieder zich zeer vermoeid naar huis begaf, terwijl een patrouille de wacht hield bij de verborgen wapenen. Ondertusschen werd het kanongebulder steeds heviger en kon men de projectielen hooren inslaan. De kapitein en de sergeant-seiner stonden steeds met het hoofdkwartier in Londen in verbinding en gaven de gegevens door welke door de N.B.S. aan hen werden medegedeeld over het terugtrekken der Duitsche troepen en hun eventuele versterkte punten berichten, welke dan weer vanuit Londen aan den Commandant der Geallieerde troepen werd doorgegeven. Woensdagavond kwamen vanuit Rolde en Assen eenige leden van de N.B.S. in de schuilplaats van de parachutisten om bekend te worden met de werking van de afgeworpen wapenen. Donderdag 12 April waren de Duitsche gevechtswagens en –eenheden al reeds teruggetrokken tot Hooghalen waar hard werd gevochten bij het Oranjekanaal. Daar deden de Duitschers een tegenaanval welke werd afgeslagen door de Canadeezen. Inmiddels had een patrouille van de afdeeling Rolde het vuur op de terugtrekkende Duitschers geopend en was de straatweg Hooghalen – Rolde niet meer veilig voor de Duitsche troepen, welke genoodzaakt waren op Assen en Grolloo terug te trekken. 's Namiddags ongeveer half zes, kwamen de Canadeezen vanuit de richting Zwiggelte de gemeente Rolde binnenrijden met een geweldige colonne gemotoriseerde eenheden, welke midden in het Amerveld het vuur openden op nog enkele daar aanwezige Duitsche achterhoeden en daar werden de eerste Duitschers door de N.B.S. gevangen genomen en samenwerking met één der Canadeesche Brencarriers waarna Rolde door de Canadeezen was bevrijd.


SCHOONLOO's BEVRIJDING.

          De maand April brengt onze gedachten vanzelf weer terug naar April 1945 en wel speciaal naar den 12den April, den dag, waarop ons de zoo langverwachte bevrijding werd gebracht na de jaren van Duitsche schrik en overheersing. Dagen van spanning zijn hieraan voorafgegaan, welke vooral in de laatste week het hoogte punt bereikten. Door verschillende radioberichten (van de ingeleverde radio's!) waren we natuurlijk wel zoo eenigszins op de hoogte van de vorderingen der geallieerde legers en de zoo nu en dan langstrekkende overschotten van het Duitsche leger toonden ook wel dat de bevrijding nader kwam. Het duidelijkste werd ons dit evenwel toen in den nacht van Zaterdag op Zondag voor de bevrijdingsdag Fransche parachutisten waren neergelaten in de omgeving en deze zich Zondagmorgen hier en daar vertoonden. Al gauw deed Zondagmorgen het gerucht de ronde dat door deze parachutisten een paar Duitschers waren doodgeschoten en niet lang daarna kwamen wat Duitschers in het dorp voor onderzoek en waarschijnlijk met de bedoeling de parachutisten onschadelijk te maken. Veel was er echter voor hun niet te halen. Het allerbelangrijkste was voor dien tijd al wel opgeborgen zoodat de buit behalve wat goederen, die zeer ongunstig waren neergekomen, niet groot was. De parachutisten waren wel in staat voor zich zelf te zorgen. Toch had deze Zondag een treurig einde want toen de Duitschers Zondagmiddag wegtrokken werden F. Klaassens en zijn zoon meegenomen naar Schoonoord en diezelfden avond bij den molen aldaar lafhartig doodgeschoten. De schrik was groot toen dit den volgenden morgen bekend werd en een ieder was vol medeleven met de achtergebleven huisgenoten, die zoo ineens hun man en vader en zoon en broeder moesten missen. Een paar goede vaderlanders waren gevallen. Hun nagedachtenis zal in eere blijven.
          Inmiddels bleef de spanning stijgen en allerlei geruchten deden den ronde; de geallieerde legers waren hier, ze waren daar, iederen dag konden we ze verwachten, zoo als ook reeds door de parachutisten was verteld, doch alles bleef uit, behalve het geluid van kanonschoten, enz., hetwelk steeds beter hoorbaar werd. De Duitschers die hier nog in het dorp waren, kwamen niet ver meer en deden hun best zich nog zoo goed mogelijk dik te eten.
          Eindelijk brak de 12de April aan en ofschoon niet er 's morgens op wees dat dit de groote dag zou worden, werden de oorlogsgeluiden dien dag toch sterker, voor al uit de richting Borger. 's Middags tegen drie uur kwamen de eerste tanks en gevechtsformaties van de richting Elp aanrollen maar langzaam en omzichtig ...... toen bleek dat de Duitschers zich inmiddels buiten het dorp in de richting Grolloo hadden teruggetrokken, kwamen er steeds meer en in sneller tempo. Het was al gauw een leven en bedrijvigheid van je welste en het was een lust te zien hoe blozend en gezond de jongens er allemaal uitzagen en wat een materiaal en oorlogsuitrusting zij meevoerden. Het ontbrak hun aan niets. In een ommezien waren ze met de dorpelingen de beste maatjes, ze tracteerden op sigaretten, znoep en chocolade, waren inmiddels aan het bakken en braden, anderen stonden zich te wasschen en te scheren, een echte vroolijke troep. Inmiddels reden tanks af en aan, voorop vaak gevangen genomen Duitsche militairen, die bij elkaar gebracht en door gevoerd werden naar kamp Westerbork. Voor het Duitsche leger was het baas spelen uit.
          Tanks waren ondertusschen door gereden in derichting Grolloo om de Duitschers die daar waren teruggetrokken onschadelijk te maken. Zonder bloedvergiten zou dit niet gebeuren. De Duitschers waren nl. teruggeweken tot bij de Boschwachterswoning tusschen Schoonloo en Grolloo en trachtten de Canadeezen nog afbreuk te doen. Jammer, want hierdoor moesten nog de woningen het ontgelden, welke in vlammen opgingen. Voor de omwonenden nog een benauwd oogenblik. Twee Duitschers werden zwaar gewond mee teruggebracht naar Schoonloo en daar liefderijk verbonden en verder verzorgd. Een zielig gezicht.
          Ondertusschen was het in het dorp een gezellige boel, het begon zoo zoetjes aan tot de menschen door te dringen, dat het zoo lang verbeide oogenblik van de bevrijding werkelijk gekomen was. De tanks welke geheel beschreven waren met namen en berichten van de plaatsen waar ze doorgetrokken waren, fungeerden meteen als nieuwsbladen. Onderduikers liepen weer frank en vrij op straat. Overal blijde gezichten; doch er waren ook menschen die de eerst volgende dagen met angst en vrees tegemoet zagen. Zij, die zich in de oorlogsjaren meer of minder aan de zijde van den vijand geschaard hadden, voelden wel dat alles niet zonder meer vergeten en vergeven zou zijn. Gelukkig waren hier ter plaatse geen slachtoffers gevallen. Des te meer werd het betreurd dat twee dorpsgenoten, twee goede Nederlanders, zoo kort voor de bevrijding het leven hadden moeten laten en dit zette dan ook een groote domper op de heersende feestvreugde. Een groote schare volgde dan ook enkele dagen later het stoffelijk overschot van Klaassens en zijn zoon grafwaarts.


12 APRIL te GROLLOO

          Lezers en lezeressen van de "Rolder Post"! Heden is het twee jaar geleden dat Grolloo werd bevrijd door de Canadeezen. Ik meen goed te doen dezen vreugdevollen dag nog eens terug te roepen in onze herinnering want helaas, de mensch vergeet spoedig. En deze dag, de dag onzer bevrijding, waarnaar wij allen zoo lang hadden uitgezien, mogen wij nimmer vergeten.
          Zondagmorgen 8 April 1945 deelde eengoede kennis van mij mede, dat er in de afgeloopen nacht parachutisten waren afgeworpen in de omgeving van Schoonloo. In alle richtingen ratelden de mitrailleurs en we wachten in groote spanning op de dingen die komen zouden. Onze bevrijding naderde; het kon een kwestie van dagen, misschien zelfs van uren zijn. Ons geduld werd echter nog op een zware proef gesteld, want pas op Donderdag 12 April, plm. 7 uur 's avonds zagen we een drietal tanks met een slakkengang ons dorp naderen. Echter voor ze Grolloo bereikten, hadden de bewoners achter 't Grolloërholt nog een paar bange uren doorgemaakt. Bij de woning van de boschwachter Meutstege en de boerderij van Veenhoven hadden zich een aantal Duitschers verdekt opgesteld en waren in een hevig vuurgevecht gewikkeld met de uit de richting van Schoonloo oprukkende Canadeezen. Weldra stond de boerderij van A Meiringh in lichter laaie, spoedig gevolgd door de huizen van A. Enting en K. Veenhoven. Het was een vreeselijk gezicht, die zwarte rookwolken en lekkende vlammentongen en wij inwoners van Grolloo zagen op korten afstand de verschrikkingen van den oorlog. De bewoners der getroffen boerderijen waren gedeeltelijk naar de buren gevlucht of zaten in den kelder, waar ze hals over kop moesten uitvluchten, wilden ze niet in de vlammen omkomen. Alhoewel een ware kogelregen op en om de brandende huizen neerdaalde, vielen er gelukkig geen slachtoffers. Toen dan echter de eerste Canadeesche tanks stopten bij bakkerij Lunsing waren wij present en werd ons gevraagd of er nog "Moffen" in de buurt waren. Wij konden de dppere kerels echter vertellen dat deze al lang de benen genomen hadden. In de haast had het "Herrenvolk" nog gauw even een 20-tal fietsen gejat bij de inwoners van Grolloo en hoewel sommige karretjes met "leege banden" in de schuur stonden, gunden de heeren zich geen tijd om de banden eerst op te pompen, doch reden als bezetenen weg in de richting Assen. En wij zagen met eigen ogen hoe de Duitsche Weermacht zegevierend terugtrok.
          Lezers van de "Rolder Post", toen een drietal gevechtswagens, de z.g.n. "verkenners" ons dorp langzaam binnenreden, duidde een groote stofwolk bij het Grolloërholt aan. Dat meerderen spoedig zouden volgen. In een minimum van tijd raasden tietallen tanks met groote snelheid ons dorp binnen en zoo hadden wij spoedig een 200-tal geteld. Grolloo was bezet en bevrijd door de Canadeezen en weldra rookten vele mannen een Engelsche sigaret, terwijl de kinderen en jonge meisjes smulden van een stukje chocolade. Klein en groot, jong en oud was in de been en keek met verbazing naar de Canadeesche jongens, die bezig waren ,et de bereiding van hun avondmaaltijd. Spiegeleieren, ham, goote plakken wittebrood, ja wat niet al, werd met graagte verorberd door onze bevrijders. "krieg wij now ok gauw van die witte stoet? vroeg een vrouw van een N.S.B.er an een Canadees. "Zeker minsk", zeiden wij, "aj' maor een paor doagen waacht!" Lezers van de "Rolder Post", niet voor alle Grolloërs was het feest op 12 April 1945, maar dat was niet onze schuld. Het had ook hùn feest kunnen zijn, wanneer deze niet op 10 Mei 1940 de zijde van onzen vijand, den "mof" hadden gekozen.

          Toen in de nacht van 9 op 10 Mei 1940 e Duitsche legers als een sprinkhanenzwerm ons land binnenstroomden, was het voor hen feest, helaas hadden zij op het verkeerde paard gewed. Vaak hoort men tegenwoordig nog de verzuchting slaken, wat is het nog voor een wereld, en ik geef grif toe, ook schrijver dezes had zich de na-oorlogsche wereld heel anders voorgesteld. Laat ons echter beseffen, dat vijf jaren oorlog de menschheid totaal hebben ontwricht, vooral de jeugd is opgegroeid onder omstandigheden, die funeste uitwerking hebben gehad. Laten alle Nederlanders van goeden wille echter de handen ineenslaan en door woor en daad toonen, dat ze de herwonnen vrijheid naar waarde weten te schatten en alzoo medewerken aan den opbouw van een beter Nederland.
          Moge de zon der vrijheid ons vaderland beschijnen, nog eeuwen, eeuwen lang.


EN TE ROLDE deed den 8 sten April het gerucht de ronde dat er 's nachts parachutisten waren neergelaten in de bossen rond de gemeente Rolde. Slechts aan een klein groepje in Rolde was het precies nekend wat er gebeurd was. Maar die zwegen en deden alsof ze van niets wisten. Ondertusschen werd er koortsachtig gewerkt, berichten werden doorgegeven over het doen en laten der Duitschers in Rolde. Want die waren er jammer genoeg nog heel wat. Vooral de Grünen waren ellendelingen, de doortrekkende troepen deden niet veel kwaad meer, die waren al oologsmoe. Zondag kwam het ontstellende bericht binnen dat caféhouder Klaassens uit Schoonloo en zijn zoon door de Duitschers waren gegrepen en te Schoonoord bij den molen waren neergeschoten wegens het verleenen vaan hulp aan de parachutisten. De woede, die zich van de menschen meester maakte kende haast geen grenzen meer. Gelukkig hield men zich in toom, zoodat de bezetter niet meer slachtoffers kon maken. Klaassens en zoon waren door lafhartig verraad vermoord, gevallen met de vrijheid in zicht. Er werd in stilte een dure eed gezworen, het verraad zou op afdoende wijze gestraft worden.
          De tijd ging door, ondanks alles. Overdag werden de wegen schoongeveegd door de geallieerde jagers en 's nachts raasden de bommenwerpers over onze hoofden. Enkele groepjes landwachters gingen op de vlucht. De vrijheid was in zicht. De wildste geruchten deden de ronde. Ook kwamen per telefoon berichten door. Oosterhesselen bevrijd, nog later Westerbork bevrijd. De spanning steeg met sprongen. De Duitschers waren ziek van angst en doorlopend onder invloed van alcohol. Wessels, de commandant der Grünen, wist niet meer waar hij het zoeken moest, al dagen en nachten had hij met zijn mannetjes klaar gestaan om te vluchten. Maar ze mochten nog niet weg, zolang de vijand nog meer dan 6 km. Van hen verwijderd was. Op den dag der bevrijding, 12 April verschenen er in Rolde nog een afdeeling afweergeschut met dronken manschappen, die hun geschut op de laan naar het Ruige Veld opstelden en maar weer aan het drinken sloegen. Ze hadden Engeland al twee keer verslagen, ze zouden het nog weer doen lalden ze in hun dronkenschap. Maar al met al zaten we er in Rolde mee opgescheept. Hoe zou dat afloopen als de tanks van de Canadeezen kwamen opdagen? Schieten van weerskanten ? De geheele Asserstraat in puin ? In allerijl trokken er nog menschen weg; kelders werden nog in gereedheid gebracht als schuilplaats. De Stangen werden haastig voor de raampjes weggezaagd om ingeval van instorting er toch nog uit te kunnen komen. Berichten kwamen door: Tanks naderen de grens van de gemeente. Zou het waar zijn ? Zoude nze vandaag nog komen ? Tegen vijf uur kwam er een groepje Duitschers Rolde weer binnenvliegen, "Grüne en ....honden, met roode koppen en angst in de oogen. Bij de laan van 't Ruige Veld brulden ze: Tanks in Grolloo, tanks in Grolloo. De S.D. ging er onmiddellijk vandoor, gevolgd door al de andere Duitschers die Rolde zolang hadden belegerd. Het pansterafweergeschut kwam zoo goed en zoo kwaad als dat ging met veel lawaai in beweging. Nog gauw werd een 50 liter jenever in de auto gesleept en weg. Gelukkig met een opluchting aan de Asserstraat. Maar waar gingen ze heen? Richting Grolloo. Jonge, jonge, ze durfden nog wel de heeren !
Maar na een klein uur kwamen ze terug, niet meer zoo in de wolken, ze begonnen wat nuchter te worden, voorzover dat bij sommigen nog mogelijk was. Ook dit stelletje ging op de vlucht. Geen enkele mog was meer te zien. Hoera ! Nog even wachten, je weet nooit, ze mochten nog eens terugkomen. Tegen de avond hoorde men echter een gedreun in de verte dat al nader en nader kwam. Het waren de tanks van de Candeezen.
Heel Rolde had zich al dagen lang de meest fantastische en onwaarschijnlijkste voorstellingen gemaakt van alles wat er gebeuren zou en in werkelijkheid gebeurde er eigenlijk toch niet zoo heel veel. En toch is dat ook weer niet helemaal waar. 't Had wat er gebeurde wel geen sensationeel verloop, toch was het iets grootsch, de tanks brachten e bevrijding naar Rolde en omstreken. 's Avonds de twaalfde April, om kwart voor negen werd de bevrijding een feit. Het dof geratel van de tanks had al een poos in de verte gedreund en toen besefte een ieder dat het nader kwam. Steeds zwaarder werd het dreunen, steeds kwamen de bevrijders dichterbij. Uit alle huizen kwamen de menschen, jong en oud naar buiten. De N.S.B.huizen bleven dicht. Potdicht. Hun spel was uit ! Bijna heel Rolde stond langs de weg in afwachting van de naderende tanks en lang duurde het niet meer. Daar donderde de eerste tank langs de Nijlanderstraat Rolde binnen. Er kwam geen eind aan, tanks en nog eens tanks, zware en lichte. Heel Rolde stond vol. Wat een gejuich ! Opeens rookten ze allemaal sigaretten. Van wie ? Niet nodig om dat te vragen ! De bevrijding was werkelijkheid geworden. We waren allemaal door 't dolle heen. Er werd gelachen en gehuid tegelijk. Zelfs de menschen die anders nooit uit de plooi kwamen, waren buiten zichzelf van blijschap. Wat een feest !

          't Is nu al weer twee jaren geleden, maar het staat ons nog zoo duidelijk voor de geest of het gisteren gebeurde. Nooit zullen we dien avond vergeten. Het zit te diep in ons geheugen gegrift.
          Hulde aan onze bevrijders, de Canadeezen !