Toegankelijkheid

Grolloo van verleden tot heden

GESCHIEDENIS

middenstreek-504822-personenDe Middenstreek plm 1930.

Om iets te schrijven over het dorp Grolloo en speciaal Grolloo in de oudheid is beslist geen gemakkelijke opgave, omdat historische beschrijvingen van het dorp Grolloo ontbreken.
Daarom allereerst een beetje historie over onze provincie, wat dan misschien als geleide kan dienen voor een meer en zekerder gericht doel, toch iets te vertellen over eigen dorp.
Drenthe was vroeger een wijd en open land, hier en daar doorsneden door een stroompje en aan de buitenkant meest omringd door onbegaanbaar veen. Drenthe was reeds vroeg bewoond, misschien omdat het hoog en rustig lag. Onderzoekingen hebben geleerd dat Drenthe heel vroeger niet bedekt was met heide, zoals de ouderen onder ons nog zo goed gekend hebben. Waarschijnlijk zal omstreeks 1500 voor onze jaartelling - door ingrijpende klimaatsveranderingen - de plantengroei in Drenthe veranderd zijn van toendra's in heide.

Uit de bronstijd en later ook uit de ijzertijd zijn door opgravingen en het vinden van urnenvelden, met daarbij vele oude stenen voorwerpen, de bewijzen geleverd dat toen akkerbouw door de bewoners van het Drentse land werd bedreven.
Wanneer de Nomaden bevolking zich in Drenthe vestigde is niet precies te zeggen, maar het moet wel voor 700.à 800 jaar na Christus zijn geweest, omdat toen de zendelingen uit het Utrechts Bisdom in Drenthe het Christendom brachten waardoor men Drenthe tot het Bisdom Utrecht rekende. Welke kerken er het eerst waren in Drenthe staat niet vast, maar men neemt aan dat het de zes Dingspilkerken waren, nl. Vries - Anloo - Sleen Diever - Beilen en Rolde. Rond het jaar 1000, is Drenthe ook voor bestuur en rechtspraak, voor geldheffing en maatschappelijke regelingen onder de Utrechtse Bisschoppen gekomen. En daarmee begint dan voor Drenthe een woelige historie.
Drenthe had bijna geen steden. Groningen - wat toen nog bij Drenthe hoorde - scheidde zich af toen het een beetje stad werd, Coevorden is in die tijd nooit meer geworden dan een sterke vestingstad in een arm gebied, Meppel ontstond pas na 1400 en Assen bestond voor 1800 slechts uit een paar huizen rond een klooster dat reeds voor 1300 was gebouwd, het Mariënklooster. De gemeente Rolde telde in 1796 slechts 1081 zielen. Drenthe bleef dus een open en dun bevolkt gebied met in die tijd een vaststaand lot nl. een strijdtoneel waar bloedige gevechten tussen bijvoorbeeld Groningen en het Bisdom Utrecht werden uItgevochten. Op de daden van de ene partij volgde de wraak van de andere partij.
De Drenthen werden hierdoor onderling sterk met elkaar verbonden en kregen veel achterdocht tegen alles wat niet Drents eigen was.

Omdat zij zich moesten handhaven in een arm en geplunderd land ligt het voor de hand dat men altijd veel moest samenwerken met elkaar en voor elkaar.
Een samenwerking die waarschijnlijk zo goed werd ontwikkeld dat in latere jaren nergens in ons land de coöperatieve gedachte zo groot was als in Drenthe.
Het Drents "eigene" was vroeger een heel groot iets. Evenals de coöperatieve gedachte is ook het Drents eigene in deze tijd sterk aan het veranderen.



middenstreek-2-504834-dorp-personen

De Middenstreek in 1920. De woning is de huidige witte woning tegenover de school, Middenstreek 2, lange tijd kapperswoning.

Er is dus vroeger veel strijd gevoerd in Drenthe. In de geschiedenis is vooral de slag bij Ane in 1227 bekend als "De grote overwinning der Drenthen" die samenvochten met de Coevordenaren tegen de legers van de Ridderrnachten uit het Gelre - Bentheim, en Holland met de Bisschop. Vele ridders sneuvelden in het veen(gebied). Altijd werd er gevochten, dan om lands- en dan om kerkelijke rechten.

In het jaar 1328 kwam er een pauze in deze twisten. Reeds voordat de Utrechtse bisschop Frederick van Blankenheim de Landschap Drenthe in 1402 weer in zijn macht kreeg had hij in 1395 reeds de oude privileges en rechten van de Drenthen erkend. Hij liet vele oorkondes na. Eén daarvan was het Drentse Landrecht van 1412. Dit hield in dat het ongeschreven gewoonterecht nu schriftelijk werd vastgelegd. Daarmee kreeg de Etstoel, het hoogste rechtscollege in Drenthe, dat al in 1339 wordt vermeld, zijn oude functie weer terug. Dit bracht rust en eenheid bij het Drentse volk.