Toegankelijkheid

Grolloo van verleden tot heden

HET GROLLERHOLT

Enkele malen is hiervoor reeds de naam het Grollerholt genoemd. We willen op deze plaats hierover iets meer vertellen. Uitgebreid is al ingegaan op de rechtspraak in Drenthe.
Als gevolg van een toenemende behoefte om het bestuur van het land te scheiden van deze rechtspraak ontwikkelde zich naast de Etstoel de Landdag als hoogste bestuursorgaan. De vertegenwoordigers in deze Landdag waren in het begin alleen de eigenerfde boeren d.w.z. boeren met een eigen "erve", een boerderij met volle rechten in de Marke. Vermoedelijk heeft de Drentse boerenbevolking al zeer lange tijd de eigen zaken door vergaderingen geregeld.

Bij het Landrecht van 1412 wordt al erkend dat er een oud recht in Drenthe bestaat dat aan de boerenbevolking toestaat de eigen zaken te regelen.
Naast de boeren komen pas in de 16e eeuw de edelen als groep naar voren. Lange tijd heeft men geruzied over de stemverhouding, maar in 1603 kwamen ridderschap en eigenerfden tot een akkoord, nl. één tegen twee. Vanaf dat moment vormden ze samen de Landdag, de vergadering van Ridderschap en Eigenerfden, ook wel de Staten van de Landschap Drenthe genoemd. Deze Landdag werd meestal gehouden in het Grollerholt, al werd ook wel eens op andere plaatsen vergaderd.
In het begin van de vorige eeuw waren de oude zitplaatsen der deelnemers in het Grollerholt nog zichtbaar; het waren gruppen van langwerpige vorm. Het maaiveld was de zitting en de uitgeworpen aarde leverde een ruggesteun op. Er waren niet zoveel zitplaatsen. Ze waren slechts bestemd voor hen die namens de marken of cluften de stemmen uitbrachten, waaruit uiteindelijk de stemmen der zes Dingsspillen werden opgemaakt.


 Gezicht op Grollerholt

Het Grollerholt


De grote menigte - we zouden het tegenwoordig de publieke tribune noemen - zal zich intussen in de nabijheid zittende, liggende of staande hebben opgehouden. Verschillende beslissingen die in het Grollerholt zijn genomen zijn van groot belang geweest. Zo kwamen in 1521 de ingezetenen van Coevorden hier samen, noodgedwongen trouwens. De stad was veroverd door de Gelderse hertog Johan van Selbach. En hoewel men niets van hem moest hebben maakten zijn stropende benden die het hele landschap plunderden het zo erg, dat zij hem op een samenkomst in het Grollerholt als hun heer hebben gehuldigd.
Op 19 maart 1580 werd het besluit genomen toe te treden tot de Unie van Utrecht. Dit betekende dat Drenthe zich aansloot bij de andere gewesten die zich losmaakten van de Spaanse overheid.
Op 17 november 1600 werd in het Grollerholt het College van Drost en Gedeputeerden voorlopig gekozen. Deze Gedeputeerden zouden bestaan uit twee vertegenwoordigers van de eigenerfden en twee van de Ridderschap. Het College zou in Assen samenkomen terwijl de Landdagen zelf nog tot in 1696 in het Grollerholt werden gehouden.
De Friese Stadhouder Willem Lodewijk, die in 1596 was beëdigd als Gouverneur - Generaal van de Lande Drenthe kwam hier vaak heen om zijn werkzaamheden voor Drenthe te regelen. Want voor Drost en Gedeputeerden was in 1601, het jaar na hun bovengenoemde verkiezing, een instructie opgesteld, waarin bepaald was, dat zij geregeld met de Stadhouder moesten corresponderen.

Na de beroemde zitting van 17 november 1600 wordt in het Grollerholt nog elf maal een Landdag gehouden.
Op 7 augustus 1602 wordt hier besloten tot verplaatsing van de zetel der Landdagen naar Assen en wel om praktische overwegingen. Het was bij slecht weer in Grolloo natuurlijk geen bijzonder geschikt terrein. Maar Grolloo lag wel erg centraal en dat was bij de slechte gesteldheid der wegen destijds wel erg belangrijk. De Landdag stelde daarom dan ook een flink bedrag vast ter verbetering van de wegen die naar Assen leidden.
Op 29 november 1602 is men opnieuw samen in het Grollerholt. De toen aanwezige eigenerfden legden de eed van trouw af aan de Generaliteit en de Protestantse religie. Dit betekende dat daarmee de Hervorming in Drenthe officieel was vastgesteld en onder ede bevestigd.
Op 31 mei 1603 heeft de Stadhouder hier een Landdag uitgeschreven om verzoening te bereiken tussen de twee twistende partijen: College van Gedeputeerden en eigenerfden.
Op 3 juni 1632 werd vergaderd om een Stadhouder voor Drenthe te kiezen in de plaats van de overleden Friese Stadhouder Ernst Casimir. Hendrik Jan van Nassau werd gekozen. 16 Mei 1653 is men hier weer bijeen om maatregelen te nemen in de financiële geschillen tussen Landschap en Generaliteit. De bevolking werd, zo besloot de Landdag van 29 mei 1672, een extra belasting opgelegd ter voorziening in de behoefte van Landschapsgelden. In 1685 komt men samen om een Drost te kiezen uit een voordracht, waarop twee Sallandse edellieden voorkomen: Baron van Palland en Baron van Ittersum. Zoals hierboven blijkt bleef het Grollerholt gedurende lange tijd de geliefde plaats van samenkomst. Dit duurt tot 29 april 1696. Dan wordt deze plek voorgoed verlaten. Op deze laatste vergadering wordt de belangrijke beslissing genomen dat het Stadhouderschap van Drenthe erfelijk zal zijn voor de nakomelingen van Prins Willem III.

 

Extra toevoeging d.d. 27 april 2016 door Bertus Reinders

Op 19 april 1913 kunnen we in de Provinciale Drentsche en Asser Courant het volgende lezen:

19130419 krant Grollerholt laatste vergadering 1696



Zo is het oude bos dat het Grollerholt vormde, getuige geweest van vele belangrijke bijeenkomsten van mensen uit de hele provincie. Dit bos strekte zich trouwens veel verder uit in de richting van Schoonloo dan de huidige omvang doet vermoeden.

Slechts een klein stukje bos is overgebleven al zijn er ook weer eiken bijgeplant. Toch kan men aan de typische flora herkennen dat het bos wortelt in echte oude bosgrond.
Vele vergaderingen vonden hier dus plaats en er was vaak stof genoeg om te vergaderen.

De Drentse boeren deden dit dan ook met verve. Het volgende oude gedichtje herinnert nog aan deze bijeenkomsten:

In holt van Grolloo kwamen weleer van elke kant
de Ridderschap en Eigenerfden samen om met verstand
de beste middelen te beramen ter oirbaar van het land
wijl ze onder 't groene loof en 't blauwe hemeldak
als Souverein van Drenthe het heil des volks besprak
en mét en dóór het volk zijn wetten en decreten
vandaar alom doet weten.

Het is belangrijk dat de herinnering aan deze historische plaats levend blijft. Dat kan het beste door de plaats zelf voor het nageslacht te bewaren. De Provincie heeft hiertoe in 1847 een belangrijke stap gezet door het bos aan te kopen.